ANW Pages:Educatie: verschil tussen versies

Uit Educatieve Samenwerking
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
anw_>Systeembeheer
k (1 versie geïmporteerd)
 
k (1 versie geïmporteerd)
 
(geen verschil)

Huidige versie van 25 jun 2023 om 12:31

Inleiding

!: Voordat we beginnen met onze pagina willen we even zeggen dat er niet vergeten moeten worden om ook op de deelpagina's te kijken (Tijdlijn, Mogelijkheden, Toekomst en Verantwoording). Hier staat nog veel tekst en informatie.

In Nederland is naar school gaan heel normaal, maar in andere landen is dit niet vanzelfsprekend. Met name voor kinderen in Afrika is naar school gaan lastig, omdat er niet genoeg geld beschikbaar word gesteld door de regering maar ook omdat hun ouders niet genoeg geld verdienen. Daardoor moeten de kinderen hun ouders helpen met geld verdienen en word naar school gaan onmogelijk.

Huidige situatie

Heel veel kinderen uit landen in Afrika en Azië gaan niet naar school en als kinderen al naar school gaan hebben ze vaak concentratieproblemen door de honger. Ze gaan zonder te eten de deur uit en moeten vervolgens kilometers lopen naar school. Eenmaal aangekomen op school zitten de klassen overvol waardoor de kinderen niet altijd hun vragen kunnen stellen, hierdoor gaan de prestaties van de kinderen erg naar beneden.


Omdat de huidige situatie van het onderwijs over de hele wereld heel erg verschilt hebben we het onderverdeeld in 5 gebieden:

Afrika: We weten allemaal wel dat het onderwijs in Afrika niet heel goed is. Ondanks dat er sinds 1990 steeds meer kinderen naar school gaan, zijner nog steeds bijna 70 miljoen kinderen die niet naar school gaan. En van de kinderen die wel naar school gaan maakte in 2005 63% die school niet af. Er zijn weinig scholen, en ze hebben weinig geld voor leraren en materiaal. Ook de scholen zelf zijn niet heel stevig gebouwd dat levert ook problemen op. Maar heel veel kinderen gaan ook niet naar school omdat ze bij hun ouders thuis moeten werken. Als de ouders zelf een boerderij of plantage hebben moeten de kinderen daar vaak ook werken, dat is meestal heel zwaar werk. We gaan bij het stukje probleemstelling verder in op deze omstandigheden.


Azië: Het onderwijs in Azië is over het algemeen niet goed. Er zijn een paar landen waar het onderwijs heel erg goed is, dit zijn Japan, Singapore, Hong Kong, Shanghai en Zuid-Korea. Het onderwijs in deze landen was dan meteen wel erg goed. Samen met Finland, canada en het Verenigd Koninkrijk staan deze landen boven Nederland op de wereldranglijst van cognitieve vaardigheden en opleidingsniveau. In de rest van Azië is het onderwijs erg slecht onderwijs. De volgende Aziatische landen op deze lijst staan pas rond plaats 60, met nog twee landen op plek 23 en 27. Dit laat zien dat er nog een groot verschil is in in de kwaliteit van het onderwijs, ook in vergelijking met andere Aziatische landen. In Europa bijvoorbeeld licht alles wel een beetje bij elkaar in de buurt met een paar uitschieters omhoog en omlaag. Deze situatie in Azië is misschien te verklaren met een simpele reden: geld. Veel gezinnen in Azië zijn arm. Hierdoor hebben ze geen geld voor onderwijs. Ook hebben ze de kinderen nodig om te werken om wat meer geld te verdienen. Hierdoor is er dus ook veel kinderarbeid in arme landen in Azië.


Europa: We weten allemaal wel dat er in Europa heel goed onderwijs is, het is op een paar landen in Azië na het beste van de wereld en het is ook in heel Europa goed, niet alleen in een paar landen. Grotendeels komt dit doordat er in heel veel landen in Europa leerplicht is, je bent dus verplicht om vanaf een bepaalde leeftijd naar school te gaan. In de meeste Europese landen begin je als je 6 jaar bent en dan eindig je als je 16 bent. In Nederland kan dat nog later zijn als je havo of vwo doet. Daarnaast is het onderwijs in Europa zo goed omdat er veel geld in wordt gestoken door de overheid. Daardoor is er een goede leeromgeving voor de leerlingen en hebben leraren veel goede materialen tot hun beschikking, zoals beamers en computers waardoor ze nog meer kunnen doen tijdens de les en leerlingen beter kunnen leren. Ten slotte zijn er in Nederland veel scholen, zodat iedereen wel naar een school in de buurt kan.


Noord-Amerika: In Noord-Amerika is het onderwijs heel erg goed. Met name in canada, Canada staat zelfs boven Nederland op de wereldranglijst van cognitieve vaardigheden en opleidingsniveau. Zij staan namelijk op de zesde plaats, Nederland staat op de tiende plaats. Dit zegt wel wat want in Nederland vinden wij ons onderwijs erg goed, als Canada dan nog vier plekken boven ons staat is het onderwijs daar dus erg goed. Mexico staat op de 49ste plaats. Een stuk lager dan Canada en Amerika (plek 17). Amerika daarentegen is een beetje apart, het staat op de zeventiende plek wat helemaal niet slecht is als je bedenkt dar er zo'n 200 landen op de wereld zijn. Maar Amerika heeft iets speciaals: bijna alle landen van de wereld (193 landen) hebben het VN-Kinderrechtenverdrag ondertekend en geratificeerd (dat betekent dat het Verdrag in hun land geldt). De enige landen die dat niet hebben gedaan zijn Amerika en zuid Soedan. Zij hebben het verdrag alleen ondertekend maar niet geratificeerd. Bij het maken van het VN-Kinderrechtenverdrag had de Amerikaanse regering een actieve rol, de regering heeft bij bijna alle artikelen commentaar gegeven over de inhoud en de regering heeft voor zeven artikelen de originele tekst gemaakt. Drie van deze artikelen kwamen rechtstreeks uit de Amerikaanse Grondwet.

De Amerikaanse ambassadeur Madeleine Albright heeft het Verdrag op 16 februari 1995 ondertekend namens de Verenigde Staten. Voormalig president Bill Clinton heeft het Verdrag niet voorgelegd aan de Senaat. Ook president Bush koos ervoor het Verdrag niet aan te bieden aan de Senaat. Nationale rechten gaan in de Verenigde Staten voor Internationale rechten. Hierdoor wilde deze presidenten het verdrag niet voorleggen aan de senaat. President Obama is wel bereid het Verdrag voor te leggen aan de Senaat, maar het is onbekend wanneer hij dit gaat doen.

Het onderwijs is Amerika en canada is erg goed geregeld, officieel ben je leerplichtig vanaf je zesde tot en met je zestiende. In Canada gaan kinderen echter vaak al op hun vierde of vijfde naar school. Kinderen gaan dan naar de Primary Education, dit is vergelijkbaar met de basisschool in Nederland en duurt zes jaar. Daarna ga je naar de Secundairy Education, dit is te vergelijken met de bovenbouw van de basisschool en de onderbouw van de middelbare school in Nederland. Dit is dan klas zes tot en met negen. Hierna komt de High School, dit zijn de laatste jaren en is te vergelijken met de bovenbouw van de middelbare scholen in Nederland. Hier zitten de kinderen tot en met klas twaalf.

Het openbare onderwijs in Canada lijkt veel op dat in Nederland: vijf dagen naar school, aparte groepen en een standaard vakkenpakket. Het aanbod van privéscholen is alleen wel diverser en uitgebreider, maar heeft strengere regels en lijkt minder op het onderwijs zoals wij dat hier hebben. Zo is voor elk type kind en - laten we eerlijk zijn - elk type inkomen wat wils.

In Amerika moeten kinderen op hun zesde naar school, ouders kunnen dan kiezen naar wat voor school: openbare school, privé school of thuisonderwijs. Per jaar krijgen er per jaarlaag zo'n 3.5 millioen kinderen les, ongeveer 85% zit op een openbare school, zo'n 11 procent op privé scholen en de rest krijgt thuis onderwijs.

Ook in Mexico ben je van je zesde tot je zestiende leerplichtig. Ook in Mexico heb je eerst zes jaar lager onderwijs, daarna drie jaar onderbouw van het voortgezet onderwijs en daarna drie jaar bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Het onderwijs is hier wel een heel stuk slechter dan in Amerika en Canada. Dit komt voor een groot deel door de leider van de machtige onderwijsvakbond, Esther Elba Gordillo. Zij heeft door stakingsdruk van haar ruim 2 miljoen leden de Mexicaanse politiek de laatste jaren sterk beïnvloed.


Zuid-Amerika: Het onderwijs in Zuid-Amerika in nog steeds niet heel goed. Dat blijkt uit het PISA-rapport: Peru staat helemaal onderaan de ranglijst, maar ook Colombia, Argentinië en Brazilië scoren slecht. Alleen Uruguay en Chili staan niet bij de tien slechtst presterende landen. De andere landen van de regio deden niet mee aan het onderzoek.

Het voorzieningen voor het onderwijs in deze landen zijn zeker niet goed: in deze landen zijn veel stakingen, slecht opgeleide docenten en verouderde schoolgebouwen.

In Argentinië werd de afgelopen jaren daarom flink geïnvesteerd in het onderwijs. Leerlingen kregen bijvoorbeeld gratis laptops. Uit het onderzoek van PISA blijkt dat dus nog geen invloed te hebben gehad op de toetsresultaten.

Ook in Brazilië werd flink geïnvesteerd. Daar is wel – net als in Peru – een lichte vooruitgang te zien in de toetsresultaten van de leerlingen.

Zowel binnen als buiten Nederland is kritiek op de PISA-onderzoeken. Het onderzoek zou volgens onderwijsexperts teveel op rekenen en taal zijn gericht. Opvallend is wel dat de regeringen die het onderzoek bekritiseren vooral slechte resultaten hebben, terwijl degene met goede resultaten de resultaten juist gebruiken om voor onderwijsverbeteringen te pleiten.

Volgens de onderzoekers presteren leerlingen beter in landen waar er een strenge selectieprocedure voor leraren is. Ook lijkt samenwerking tussen docenten een belangrijke factor in de toetsresultaten. Het aantal leerlingen per klas is minder van belang volgens het onderzoek.

Analyse en probleemstelling

Omdat de kwaliteit en de problemen van de educatie over de hele wereld zo erg verschilt hebben we de probleemstelling in 5 gebieden verdeeld:

In Afrika: Zoals al eerder beschreven is het onderwijs in Afrika niet goed. Er is wel verbetering, maar nog steeds is het onderwijs niet goed genoeg, in dit stukje gaan we je laten zien waarom. Er zijn meerdere problemen die voor het lage aantal opgeleide personen in Afrika. Ten eerste zijn er weinig scholen, daarom zijn er heel veel kinderen die heel ver van een school af wonen. Als ze dan alsnog kiezen om die lange afstand af te leggen komen ze heel vermoeid op school, en hebben ze honger en dan kunnen ze zich niet goed concentreren. En daarnaast hebben de scholen heel weinig geld, vaak staan er leraren voor de klas die helemaal geen opleiding of iets hebben. Het materiaal dat de leraren tot hun beschikking hebben is vaak ook heel weinig, meestal een bord en krijtjes. Vaak zijn er niet eens tafels en stoelen, dus zit iedereen op de grond. Ook de school zelf is niet heel stevig gebouwd, dus als er slechte weersomstandigheden zijn zit je nat binnen, of de school kan worden gesloopt door het weer. Ten slotte hebben heel veel gezinnen een eigen boerderij of plantage waar ze van leven, maar vaak kunnen de ouders dit niet alleen onderhouden, dus moeten de kinderen thuisblijven om te helpen.

Kortom, het onderwijs in Afrika is nog lang niet goed genoeg. Heel veel kinderen gaan niet naar school door de afstand of omdat ze thuis moeten werken. En als ze dan naar school gaan is de leraar en zijn de omstandigheden op school vaak ook heel slecht.

In Azië: In Aziatische landen waar het onderwijs erg slecht is er één voornaamste reden, dit is: te weinig geld. Veel gezinnen leven van het platteland, de ouders hebben de kinderen nodig om op het land te werken omdat ze zich geen werknemers kunnen veroorloven. Hierdoor zijn er dus al heel veel kinderen die niet naar school gaan. De kinderen die wel naar school gaan hebben vaak te maken met armzalige omstandigheden. In de arme landen is er namelijk weinig geld voor het onderwijs, kinderen hebben dus weinig tot geen schoolboeken, elektrische apparaten zoals computers, beamers en digiborden zijn er niet. Docenten zijn vaak niet goed opgeleid, er zijn namelijk niet genoeg god opgeleide docenten om alle scholen les te kunnen geven. Een reden hiervoor is dat de arme scholen hun docenten geen hoog inkomen kunnen geven omdat ze niet genoeg geld hebben. Hierdoor kunnen docenten dus geen schuld van een goede opleiding terugbetalen of nieuwe cursussen volgen. Als je dit combineert met het feit dat ze vaak alleen een krijtbord hebben en een aantal krijtjes kan je daar dus uit opmaken dat het niveau van de kinderen niet heel hoog zal zijn. Ook zijn de scholgebouwen zelf soms een beetje gebrekkig, dit is vaak niet zo erg als in Afrika waar heel veel gebouwen op instorten staan. Maar dat is maar goed ook want in Azië zijn er regelmatig aardbevingen, als dan alle gebouwen armzalig in elkaar zouden zitten zouden die binnen de kortste keren omvallen.

De voornaamste reden dat het in de landen waar het wel goed gaat in Azië zo goed gaat is dan ook geld. In deze landen steekt de overheid veel geld in het onderwijs waardoor er dus ook goede voorzieningen zijn voor de kinderen en de docenten. In deze landen zijn ook veel meer scholen, kinderen kunnen bijna altijd gewoon in de buurt naar school. Ze hoeven hiervoor geen uren te lopen. Ook kan een school in deze landen het zich veroorloven om de docenten een normaal loon te betalen. Docenten kunnen van de geld dan weer goede cursussen volgen of hun schuld terugbetalen die ze hebben gemaakt bij hun opleiding. Kinderen in deze landen hoeven vaak ook niet te werken voor hun ouders omdat deze vaak gewoon een kantoorbaan hebben en hiermee genoeg geld verdienen.

In Europa: In Europa is het onderwijs erg goed. In Europa wordt er door de overheid veel meer geïnvesteerd in het onderwijs, hierdoor hebben scholen veel meer geld om te besteden aan materiaal en goede leerkrachten. Zo heeft in Nederland de overgrote meerderheid van alle een scholen een digibord in elk lokaal hangen. Ook wordt er veel meer gebruik gemaakt van digitaal lesmateriaal zoals: computers, ipads, sites op internet zoals magister maar ook sites om de toetsstof te oefenen. Ook een reden waarom de toetsresultaten in Europa over het algemeen best hoog zijn in vergelijking met andere werelddelen in bijvoorbeeld bijles. In Europa heb je heel veel studiebegeleiders en bijlessen. Als een leerling dan moeite heeft met een vak kan hij of zij een aantal bijlessen nemen. In andere werelddelen is dit vaak niet het geval. Zeker in de werelddelen waar alleen al naar school gaan best uniek is.

Doordat er in Europa meer in onderwijs wordt geïnvesteerd zijn er voor docenten ook betere mogelijkheden, zij hebben hierdoor vaak een hoger loon dart in andere armere landen. Hierdoor kunnen zij betere opleidingen en cursussen volgen waardoor de lessen die zij geven en zo ook de kinderen die zij lesgeven beter worden.


In Noord-Amerika: In Mexico heb je van je zesde tot je zestiende leerplichtig. Ook in Mexico heb je eerst zes jaar lager onderwijs, daarna drie jaar onderbouw van het voortgezet onderwijs en daarna drie jaar bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Het onderwijs is hier wel een heel stuk slechter dan in Amerika en Canada. Dit komt voor een groot deel door de leider van de machtige onderwijsvakbond, Esther Elba Gordillo. Zij heeft door stakingsdruk van haar ruim 2 miljoen leden de Mexicaanse politiek de laatste jaren sterk beïnvloed.

De machtspositie heeft ook geleid tot interne corrupte spelletjes: Gordillo omringt zichzelf binnen de onderwijsvakbond met talloze vrienden. Vriendschap wordt met geld en hoge posities beloond. Als je tegen hem bent, kan je een verdere carrière in het onderwijs wel vergeten. Voor Gordillo gaat het niet om kwaliteit, maar om loyaliteit, hierdoor neemt de kwaliteit van het onderwijs natuurlijk sterk af.

In Zuid-Amerika: Het onderwijs is Zuid-Amerika is zeker niet goed. Dat is geleken uit het PISA-onderzoek. Dit komt voornamelijk door de slechte voorzieningen: in deze landen zijn veel stakingen, slecht opgeleide docenten en verouderde schoolgebouwen. Door veel Zuid-Amerikaanse landen is echter al veel geld geïnvesteerd in het onderwijs. In sommige landen in gebleken dat dit best effect heeft maar in sommige andere landen zijn de resultaten amper vooruit gegaan. In Brazilië en Peru bijvoorbeeld, is gebleken dat de investeren een vooruitgang hebben geboekt. Maar in bijvoorbeeld Argentinië is gebleken uit het onderzoek dat de investeringen nog geen effect hebben gehad. Wat ook best vreemd is is dat de landelijke cijfers soms erg verschillen met de de binnenlandse cijfers. In de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires wordt er beduidend beter gescoord dan leerlingen uit de rest van het land. Hiervoor moeten dus ook antwoorden gevonden worden en dan moet dit ook toegepast worden op de rest van het land om de scores ook hier te verbeteren.

Deelpagina's

ANW_Pages:Educatie/Tijdlijn

ANW_Pages:Educatie/Mogelijkheden

ANW_Pages:Educatie/Toekomst

ANW_Pages:Educatie/Verantwoording

Bronvermeldingen

http://actionaid.org/nl/nederland/dit-doen-wij/educatie

http://thelearningcurve.pearson.com/index/index-ranking

http://www.eduhulp.nl/#/onderwijs-in-afrika/4528183809

http://www.coop-africa.org/nl/causes/bike4school/

http://eacea.ec.europa.eu/education/eurydice/documents/facts_and_figures/compulsory_education_EN.pdf

http://www.oecd.org/pisa/46643496.pdf

http://www.neth-er.eu/nl/nieuws/Oost-Azi%C3%AB-domineert-onderwijsranglijsten

http://www.kinderrechten.nl/p/50/955/in-welke-landen-geldt-het-kinderrechtenverdrag%3F

http://sargasso.nl/zuid-amerikaanse-scholieren-scoren-slecht-argentijnse-toerist-de-klos/

https://tiogatours.nl/onderwijs/usa/primary-education.htm

https://www.nuffic.nl/bibliotheek/onderwijssysteem-mexico.pdf

http://sargasso.nl/het-mexicaanse-onderwijs-de-problemen-van-nu-en-oplossingen-voor-de-toekomst-i/

Commentaar

<comments>