ANW Pages:Bescherming tegen water
Inleiding
Waterbeheer, Nederland staat er bekend om. De grootste werken om water te beschermen zijn gemaakt door Nederlanders, inclusief ons eigen deltaplan natuurlijk.
Watersnoodramp 1953
Als je denkt aan waterbeheer, dan zal je snel uitkomen op de watersnoodramp van 1953. De ramp werd veroorzaakt door een zware stormvloed in combinatie met springtij (de periode van het getij waarin het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is), waarbij het water in de zuidelijke Noordzee tot extreme hoogte steeg. Er waren vele doden, 1836 in Nederland, 28 in België,307 in het Verenigd Koninkrijk en 224 op zee, waaronder 133 bij het vergaan van de Engelse veerboot Princess Victoria. Veel van de Nederlandse dijken waren erg zwak en laag. Deze dijken konden daarom niet het water tegenhouden. Dit zorgde er dan ook voor dat Nederland de waterbescherming wilde verbeteren.
Het Deltaplan
Na deze ramp kwam Nederlands met een plan op de proppen: het Deltaplan. Dit plan is gemaakt door de Rijkswaterstaat nadat deze doormiddel van studies erachter kwam dat Nederland in de toekomst meer gevaar loopt door de zee. Het deltaplan bestaat uit verschillende deltawerken zoals sluizen, waterkeringen en dammen in zeeland en in het IJsselmeer. In het IJsselmeer is de afsluitdijk aangelegd. Dit is een grote dam die ervoor zorgt dat het hele IJsselmeer gebied beschermd wordt tegen overstromingen. Bijna zestig procent van Nederland is kwetsbaar voor overstromingen vanuit zee of vanuit de rivieren. Gelukkig is ons land door het beleid van de afgelopen decennia tegenwoordig veel beter beschermd tegen overstromingen dan vroeger tijdens de watersnoodramp. Ondanks de groei van de bevolking met ruim 60 procent ten opzichte van 1950 is het risico dat er grote aantallen slachtoffers vallen door een overstroming nu bijna twintig keer lager. Toch voldoet nog een derde van de dijken en ongeveer 20 procent van de kunstwerken, zoals sluizen en gemalen, niet aan de huidige eisen. Er blijven dus investeringen nodig, zowel voor de korte als lange termijn. Tegelijkertijd zijn de beschikbare middelen aan de lage kant. De uitdaging is daarom om Nederland op een efficiënte manier tegen overstromingen te beschermen.
Internationale werkzaamheden
Zoals gezegd is Nederland dus gewild om zijn kennis voor de bescherming tegen water, dit komt natuurlijk omdat Nederland al sinds 500 voor Christus vecht tegen het water. Vanaf dat jaar is Nederland steeds meer bezig geweest met het winnen van land op zee en natuurlijk het beschermen van Nederland tegen de zee. In al deze jaren hebben de Nederlanders steeds meer kennis opgebouwd, waardoor we nu de grootste waterwerken op onze naam hebben en overal op de hele wereld gevraagd worden om waterwerken te ontwerpen.
Hier enkele voorbeelden van deze internationale waterwerken die gerealiseerd zijn door Nederlandse bedrijven. Nederland is gevraagd om een project in Dubai te realiseren, het gaat om 3 palmeilanden:
- Palm Jumeirah
- Palm Jebel Ali
- Palm Deira
In 2004 is het eerste schiereiland opgeleverd. 2 van de 3 schiereilanden (Jumeirah en Deira) worden gemaakt door het Nederlandse bedrijf Van Oord Dit project is ook in Dubai, het wordt 'Dubai world' genoemd. Dit project ligt 4 km uit de kust van Dubai. Het is 6 km breed en 9km lang. Ook dit project is gerealiseerd door het Nederlandse bedrijf Van Oord. Maar Nederlandse bedrijven zorgen ook voor veiligheid in het buitenland, Nederlanders bouwen ook constructies in het buitenland dat het water tegenhoud, zodat er geen overstromingen plaatsvinden.
Water als bescherming zelf
Een gracht om een kasteel of burcht vinden mensen heel gewoon, maar complete verdedigingswerken met grachten en bastions gebaseerd op water en dijken is toch wel bijzonder. Nederland kent verschillende vestingsteden, die soms eeuwen teruggaan. De bekendste voorbeelden zijn Naarden en Boertange. Aangezien Nederland geen rotsachtige omgeving kent, werd gebruik gemaakt van materiaal en kennis die wel ter beschikking waren: watermanagement. Daarnaast kenden wij een aantal grote namen op het gebied van ontwerpen en strategische planning. Vooral de Spanjaarden in de Tachtig Jarige Oorlog zijn daar achter gekomen. Maar ook de Romeinen, Fransen en Duitsers liepen zich stuk op de Hollandse Waterlinies in al zijn vormen. Zo liet Nederland en zijn relatief zwakke leger het hele land overspoelen met water en daardoor konden zij zich verdedigen tegen de Duitsers in de 2e wereldoorlog. Dit zijn enkele voorbeelden van hoe Nederland het water gebruikte om zichzelf te verdedigen: Door overstromingen in bepaalde gebieden op de grond kan een militaire verdediging worden gecreëerd. In het geval van een oprukkend vijandelijke leger kan het gebied worden overspoeld met ongeveer 30 cm van water, te ondiep voor schepen, maar diep genoeg om het van tevoren te voet moeilijk te maken. onder water werden obstakels als kanalen, sloten, en speciaal gebouwde trappen verstopt. Het oversteken van het overstroomde gebied en andere strategische punten werden beschermd door vestingwerken. Het systeem is succesvol gebleken op de Oude Hollandse Waterlinie in het rampjaar 1672 tijdens de Derde Engels-Nederlandse Oorlog , maar werd overwonnen in 1795 als gevolg van zware vorst. Het werd ook gebruikt bij de Stelling van Amsterdam , de Grebbelinie en de IJssel Lijn. De komst van zwaarder geschut en vooral vliegtuigen hebben deze strategie grotendeels achterhaald.
Klimaatveranderingen
Klimaatveranderingen kunnen zorgen voor het een grotere druk van het water, zo is er veel discussie over de vraag of klimaatverandering zal leiden tot grotere rivierafvoeren en hogere waterstanden. Hoewel modelberekeningen wijzen op een toename van de rivierafvoeren, is er over de afgelopen honderd jaar nog geen richting van ontwikkeling in de piekafvoeren waarneembaar. Of een eventuele toename van de Rijnafvoer ons land ook zal bereiken, is vooraf niet zeker. Dit hangt namelijk ook af van het waterveiligheidsbeleid in het bovenstroomse gebied, Duitsland. Als Duitsland het huidige waterbeheer behoudt en geen extra maatregelen neemt bovenop het al lopende verbeteringsprogramma voor 2020, dan zal de afvoer die ons land binnenkomt door de waterbuffering in Duitsland blijvend worden gedempt. De maximale rivierafvoeren zullen in Nederland in dat geval nauwelijks toenemen. Als in Duitsland de mogelijkheden voor waterbuffering in de toekomst worden beperkt, dan zullen ook in Nederland de piekafvoeren van de Rijn verder kunnen toenemen. Internationale afstemming van het overstromingsbeleid in Duitsland en Nederland is dus erg belangrijk.
Verantwoordelijkheid van bestuur
Waterschappen
De overheid is verantwoordelijk voor bescherming tegen water en het beheer daarvan. Deze afdeling van de overheid worden de waterschappen genoemd. De belangrijkste taken van de waterschappen zijn:
- De zorg voor de waterkering en het beschermen van land tegen buitenwater;
- De Zorg voor de kwaliteit van water, het zuiveren van afvalwater en het tegengaan van lozingen van vervuild water op oppervlaktewater;
- De zorg voor de waterkwantiteit, het beheren van de waterpeil in plassen, vaarten, tochten, sloten en boezems;
- De zorg voor de vaarwegen, het op diepte houden van de vaargeul, beschermen van de waterkanten tegen golfslag en bedienen van sluizen en ophaalbruggen.
De waterschappen worden gecontroleerd door provinciale besturen van het desbetreffende gebied.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het waterbeheer van watersysteem en riool binnen de gemeentegrenzen. Deze regeling is getroffen in de wet van gemeentelijke watertaken in 2008. Gemeentelijk waterbeheer gaat voornamelijk om het voorkomen van (grond-)wateroverlast, goed rioolbeheer, het verlenen van vergunningen, het opstellen van waterplannen en het inpassen van water in ruimtelijk beleid. In 2006 zijn er gemeenteambassadeurs voor water aangesteld om de betrokkenheid van gemeenten in het waterbeleid te vergroten.
Rijkswaterstaat
Het rijk heeft ook verantwoordelijkheid voor het water. Het onderdeel dat daar verantwoordelijk voor is noemen we Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het nationale waterbeleid. Het rijk is verantwoordelijk voor:
- Bescherming tegen overstromingen;
- Schoon en voldoende drinkwater voor alle gebruikers. Dus de mens, dieren, landbouw etc.;
- Aanleg, beheer en onderhoud van de waterkeringen en het rijksvaarwegen.
Rijkswaterstaat staat onder toezicht bij de kroon, wat betekent de minister van Verkeer en Waterstaat. Door de samenwerking tussen de waterschappen, de waterschappen en de gemeenten houden ze het beleid milieuvriendelijk. Het rijksbeleid is in het nationaal waterplan beschreven eind 2009. Dit plan beschrijft de belangrijkste lijnen van het nationale waterbeleid. Een belangrijk onderdeel van dit beleid is waterveiligheid.
Het waterbeleid en ruimtelijke ordening hebben veel met elkaar te maken, omdat de opslag van water en bescherming tegen water van invloed is op ruimtelijke ordening. Daarom moeten deze plannen goed op elkaar worden afgestemd. Met de wijzigingen in de wet ruimtelijke ordening in 2008 en de nieuwe waterwet in 2009 is opnieuw vastgelegd hoe dat moet gebeuren. De watertoets is hier een belangrijk onderdeel van. Deze toets moet ervoor zorgen dat de waterbelangen en –doelstellingen rekening houden met ruimtelijke plannen. De watertoets is verplicht bij bestemmingsplannen, inpassingsplannen en bij projectbesluiten. Ook staat in de watertoets dat een initiatiefnemer (de gemeente bijvoorbeeld) van een plan om de waterbeheerder te informeren over het plan en in de beginfase hierover overleggen. De waterbeheerder geeft dan wateradvies. De gemeente in dit geval moet dan aangeven hoe er rekening wordt gehouden met het wateradvies. Als de watertoets onvoldoende doorlopen is kan er wel een besluit genomen worden zolang er maar aangegeven wordt hoe er rekening wordt gehouden met waterbelangen.
Internationale waterverdagen
Water houdt zich niet aan de grenzen van landen. Wat er bijvoorbeeld in de Alpen gebeurt met water kan ook invloed hebben in Nederland. Daarom zijn internationale afspraken over water van groot belang. Het oudste internationale water overeenkomst dateert uit 1771 waarin de Nederlandse republiek en de Pruisen afspraken maakten over dijkonderhoud en waterverdeling tussen de Rijn en de Waal. Er zijn later nog vele andere waterverdragen gesloten. Zo heb je het verdrag van London uit 1972. Dit verdrag regelt het storten van afval en andere stoffen op zee. Met storten wordt bedoeld dat schepen of luchtvaartuigen opzettelijk afval ontdoen. In 1974 is het verdrag van Parijs gesloten dat gericht is om het voorkomen en beëindigen van verontreiniging en op het beschermen van het zeegebied tegen schadelijke gevolgen van menselijke activiteiten. In 1982 is het verdrag van de Verenigde Naties wat het recht van zee betreft. In dit verdrag wordt het juridisch gebruik van oceanen geboden. Een aantal bestaande verdragen waaronder ook één in Nederland kan beschouwd worden als een verdere uitwerking. In 1994 is een verdrag gesloten over de bescherming van de Maas. Een internationale commissie gevormd door Nederland, Frankrijk, en een deel van België let op het behoud en de verbetering van de kwaliteit van het Maaswater. In 1995 is het verdrag westerscheldeverdiepingsverdrag gesloten. Dit verdrag is belangrijk voor de internationale bescherming tegen en verbetering van het water.
Toekomstvisie
Om Nederland in de toekomst nog beter te kunnen beschermen is niet alleen het deltaplan afdoende. Zo realiseert de Rijkswaterstaat de volgende ideeën:
- Op 30 plekken in Nederland geeft Rijkswaterstaat rivieren meer ruimte. Zo verkleinen we de kans op overstromingen.
- Over een lengte van 222 km werkt Rijkswaterstaat aan een veiligere, beter bevaarbare en meer natuurlijker Maas.
- We snoeien 2% van de begroeiing in de uiterwaarden. Zo kan het water in de rivier goed blijven doorstromen
- Kustonderhoud We onderhouden de kustlijn van Nederland door nieuw zand te storten op stranden en op de zeebodem.
- Voor de kust ten zuiden van Den Haag hebben we 21,5 miljoen m3 zand gestort: de Zandmotor. Door wind en stroming verspreidt het zand zich langs de kustlijn.
- Vooroevers zijn delen van een dijk die onder water liggen. Door deze vooroeververdedigingen te verstevigen, verkleinen we de kans op overstromingen.
- Rijkswaterstaat controleert de waterkeringen. De keringen die niet in orde zijn, verstevigen we.
Diezelfde Rijkswaterstaat waarschuwt Nederland tijdig voor stormen en hoge waterstanden. Als het dan echt nodig is kunnen zij ook de stormvloedkeringen sluiten.
Naast het verkorten van de totale lengte van de dijken van 700 kilometer, hebben de Deltawerken vele andere voordelen.
- Ten eerste werd de agrarische zoetwatervoorziening verbeterd. Omdat de grens tussen zoet en zout water verder naar het westen werd verplaatst, was er minder zoet water die nodig is om het zoet-zout divisie in evenwicht te brengen. Het overtollige water kan worden verplaatst naar het noorden van Nederland, in de richting van het IJsselmeer (IJsselmeer), waarbij extra zoet water werd gebruikt om het water te verbeteren.
- Ten tweede, werd de volledige waterbalans van het Deltagebied verbeterd. Dankzij de constructie van grote stuwdammen en hulpstoffen, konden de stromen op dit gebied gemakkelijker worden veranderd zonder dat dit opgemerkt werd. Verschillende soorten sluizen hebben het mogelijk gemaakt om zoet water in, of vervuild of teveel water uit te sluizen.
- Ten derde, is de bouw van de Deltawerken aangemoedigd door verkeer tussen de vele eilanden en schiereilanden. Grote delen van de provincie Zeeland waren letterlijk geïsoleerd voor eeuwen. De bouw van de Zeelandbrug, samen met een tunnel onder de Westerscheldetunnel hielpen ook de mobiliteit te verhogen.
- Ten vierde werd de binnenvaart ondersteund door de Deltawerken. België en Nederland ondertekende een contract dat de scheepvaart tussen de havens van Antwerpen en Rotterdam zou regelen In 1976. Uiteraard had bij dit akkoord rekening moeten worden gehouden bij de bouw van de Deltawerken.
- Ten slotte hebben de Deltawerken nieuwe ontwikkelingen op het gebied van natuur en recreatie beïnvloed. Er werden een aantal natuurgebieden begrijpelijk onherstelbaar beschadigd, maar als compensatie zijn er nieuwe natuurgebieden ontstaan op verschillende plaatsen. Tegenwoordig zijn droge oevers soms gebruikt als recreatiegebieden. Een onopgelost debat is blijvend, ondanks of de natuur heeft geprofiteerd van de deltawerken.
Hiernaast is te zien dat 59% van het landoppervlak van Nederland (dus excl. Waddenzee, IJsselmeer en ander open water) is gevoelig voor overstromingen. Deze 59% omvat zowel het areaal dat binnen de dijkringen ligt (blauw) als het deel dat buiten de dijkringen ligt, het zogeheten “buitendijks gebied”, en de onbedijkte Maas.
Conclusie
Aan de aspecten die besproken zijn is het duidelijk geworden dat het overtollig water in Nederland een groot probleem is. En het is dus belangrijk dat Nederland Duidelijke afspraken heeft over bescherming tegen water. Zowel internationaal als nationaal. Daar is de overheid grotendeels verantwoordelijk voor.