ANW Pages:Bio-industrie 2

Uit Educatieve Samenwerking
Versie door Systeembeheer (overleg | bijdragen) op 25 jun 2023 om 12:31 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Inleiding

In de Tweede Wereldoorlog was er een enorme hongersnood. Na de oorlog beloofde de Nederlandse regering dat er niemand van de bevolking honger meer zou leiden. Iedereen zou de mogelijkheid krijgen om aan voedsel te komen, waaronder ook vlees. De regering wilde dit bereiken door de prijzen in supermarkten zo laag mogelijk te houden. Als gevolg hiervan werd de veehouderij steeds intensiever. Er werd minder gekeken naar het welzijn van de dieren. En de focus lag meer op de maximale productie. Zo ontstond de vee-industrie, ook wel de bio-industrie genoemd.

De Bio-industrie

‘Bio’ betekend leven en ‘industrie’ is een verzamelnaam voor fabrieken. De Bio-industrie is de goedkoopste manier om de hoogste productie te verkrijgen. Dit komt doordat er immers veel dieren op een klein oppervlakte bij elkaar leven in volle stallen. Een voordeel is dat het makkelijk en goedkoop is voor de boer. Echter hangt hier een groot nadeel aan, omdat deze vorm van industrie ten koste gaat van het welzijn van de dieren, van mensen en van het milieu. Dieren staan te dicht bij elkaar in volle, vieze en kale hokken of stallen. Dieren worden opzettelijk verminkt en er ontstaat veel dierenleed door verre transporten.[1] De bio-industrie is slecht voor de gezondheid. In de kippensector wordt er op grote schaal gebruik gemaakt van antibiotica. Hierdoor krijgen mensen steeds vaker te maken met ESBL-vormende bacteriën. Ongeveer 25% van de varkenshouders is besmet met MSRA. Verder is er een grotere kans op Q-koorts, afkomstig uit de intensieve geitenhouderij. DE bio-industrie heeft een negatieve invloed op het milieu; waaronder lucht, bodem en water, omdat er veel nitraat, fosfaat en ammoniak wordt uitgestoot voor het produceren van de vleeswaren. Verder is deze vorm van industrie schadelijk voor het klimaat omdat er in een rapport van de FAO was vastgesteld, dat de vee-industrie verantwoordelijk was voor de uitstoot van 18% door de mens veroorzaakte broeikasgassen. [2]

Vormen van bio-industrie en de gevolgen daarvan op het welzijn van de dieren

  • Het in krappe batterijkooien zitten van konijnen. Konijnen leven in draadgazen kooien, die erg lijken op een kale legbatterij. In de EU zijn die sinds 2012 verboden. De kooien zijn vaak niet hoger dan 30 cm hierdoor kunnen de konijnen niet rechtop zitten.Ook zijn de kooien erg krap waardoor de konijnen niet languit kunnen liggen, rennen of huppelen zoals ze van natura graag doen. Het gebrek aan afleiding in de kooien kan leiden tot abnormaal gedrag. Ook krijgen ze als gevolg van het te lang staan op de draadgazen bodems, last van hun voetzolen [3] [4]
  • De varkens in de vee-industrie leven in volle, kale en vaak vieze stallen. Ze staan op een vloer van beton, staal of plastic met roosters of spleten. Ze hebben geen stro om in te wroeten en kunnen ook niet buiten spelen. Om ze rustig te houden zitten ze het grootste deel van de dag in het donker. Ook is de ruimte erg beperkt. De varkens hebben maar weinig ruimte en staan dicht op elkaar. Verder zijn er nog een andere maatregelen die de boeren nemen om de varkens te handhaven. Zo worden de hoektanden van varkens afgeknipt, geveild en worden staarten afgeknipt. Om te voorkomen dat de varkens niet uit verveling elkaar pijn doen. Ook wordt castratie gedaan zonder verdoving. [5] [6]
  • Uitbuiting melkproductie van koeien. Koeien produceren van natura 4 tot 8 liter melk per dag. Deze melk is bedoeld om een kalf te voeden. Boeren in de Bio-industrie, laten de koeien een kalf krijgen en scheiden die vervolgens vlak na de geboorte. Een melkkoe in de bio-industrie moet zo’n 20 liter melk per dag, dat is ongeveer het dubbele aantal. Ook worden de koeien de hele dag binnengehouden. Zo kunnen ze minder vrij bewegen en worden ze beperkt in hun natuurlijke gedrag. Ook is er een hoge luchtvochtigheid, een slechte ventilatie en moeten de koeien de hele dag op een harde betonnen vloer, zonder stro staan.

[7] [8]

  • Het in legbatterijen leven van kippen. Kippen zitten in een metalen kooi dicht op elkaar. Hierdoor kunnen ze hun vleugels niet spreiden en dat ze zich moeilijk kunnen omdraaien. De kooien staan opgesteld in ‘batterijen’. De schuren waar de batterijen in staan zijn vaak slecht geventileerd en verlicht. De legkippen krijgen meestal nooit frisse lucht, en ze mogen nooit uit hun kooi. Vaak zitten ze hun hele leven binnen, de enige keer dat ze naar buiten mogen is als ze naar de slachterij worden gebracht. Het grootste effect op de dieren is dat ze hun natuurlijk gedrag niet meer gaan uiten. [9] [10]
  • Het vetmesten van vleeskuikens, ook wel ‘plofkippen’ genoemd. In zes weken tijd worden deze kuikens vetgemest, om vervolgens nog als ‘kuikens’ geslacht te worden. Vooral het snel groeien van de kuikens heeft effect op het welzijn van de dieren, dit is namelijk heel slecht voor de gezondheid. Door de grote snelheid waarmee ze groeien, raken ze snel kreupel doordat hun pootjes hun gewicht niet meer kunnen dragen. Vergeleken met kippen die niet in de bio-industrie leven zijn ze nauwelijks actief. Het grootste deel van de dag liggen ze dan ook alleen maar. Vleeskuikens hebben vaak ook last van hartfalen, door de vele inspanningen die het hart moet leveren. De beesten vallen ter plaatse neer. [11] [12]

Organisaties

Er zijn veel organisaties die tegen bio industrie zijn. Een paar voorbeelden zijn: - Wakker Dier; - CIWF; - Stichting Dierenlot; - Stichting Varkens in Nood. Deze organisaties zijn het met elkaar eens dat dieren een beter en respectvoller leven verdienen. De bio-industrie is ook een issue bij partijen in de politiek. Een voorbeeld van zo’n partij is GroenLinks. Deze partij wilt een verbod op de megastallen en wil de Vee-industrie omvormen tot een duurzame en diervriendelijke veehouderij. Nog een andere partij met veel standpunten tegen de bio-industrie is de PvdD. Die wilt sommige vormen, van de bio-industrie afschaffen. [13]

Wij gaan iets verder in op de organisatie Wakker Dier, omdat die organisatie zich volledig focust op de vee industrie. Wakker Dier werd opgericht op 15 december 1997 door Wim de Kok, Jan IJzerman en Jan Bonjer tegen de intensieve veehouderij. Ook nu houdt stichting Wakker Dier zich vooral bezig met het welzijn van dieren in de veehouderij. Het doel van Wakker Dier is dat consumenten meer biologisch vlees gaat consumeren zodat de bio industrie afneemt en de biologische veeteelt wordt gestimuleerd. Stichting Wakker Dier heeft al veel actie en verschillende campagnes gevoerd. Een van de gevoerde campagnes is de legbatterij campagne in 2002-2003. Door deze campagne werden er veel minder of zelfs geen legbatterij eieren meer verkocht. Een ander campagne van Wakker Dier is de campagne tegen kiloknallers. Hierbij wordt vlees heel goedkoop verkocht, wat ten koste gaat van het dierenwelzijn. Wakker Dier wilt dat supermarkten in plaats van te concurreren met prijs nu gaan concurreren met het dierenwelzijn. Deze campagne werkte zo goed dat het de prijs voor de beste dierencampagne, De Gouden Koe, kreeg. Zo zijn er nog veel meer effectieve campagnes gevoerd door Stichting Wakker Dier. [14]

Redenen waarom Wakker Dier tegen de bio-industrie is

  • Weinig tot geen moederzorg. Dit houdt in dat jonge dieren al vroeg bij hun moeder worden weggehaald;
  • Doorfok op absurt hoge groei of productie. De dieren worden volgepropt met eten, waardoor er meer vlees kan worden gemaakt. Dit gaat vaak ten koste van de gezondheid van de dieren, waardoor er veel antibiotica wordt gebruikt. Dit is slecht voor het vlees en is de kans groot dat de consumenten gevaarlijke resistente bacteriën binnenkrijgen;
  • Pijnlijke ingrepen. De boeren op de veehouderijen gaan vaak slecht met de dieren om, hoe oud ze ook zijn. De dieren lijden pijn. Er wordt dus ruw met ze omgegaan;
  • Slechte huisvesting. In de stallen zijn slechte omstandigheden voor de dieren, als te weinig stro, te weinig daglicht, te kleine leefruimte, roostervloeren en ze leven in hun eigen poep. Ook gaan de dieren niet of veel te weinig naar buiten;
  • Lang internationaal transport. Doordat het in andere landen een paar cent goedkoper is om te slachten moeten de dieren uren- of dagenlange rijzen maken zonder voedsel en met slechte leefomstandigheden;
  • Nutteloze dieren. Onder nutteloze dieren vallen de dieren die niet geschikt zijn om vet te mesten zoals hanen. Deze dieren worden dan al vlak na de geboorte afgemaakt;
  • Dierziekten. Door de barre leefomstandigheden van de dieren ontstaan ziekte epidemieën. Zo was er een jaar geleden de vogelgriep. Dit soort epidemieën worden opgelost door miljoenen ongezonde, maar ook gezonde dieren af te slachten.[15]

Argumenten voorstanders over de bio-industrie

  • Het is goedkoper. Een boer heeft weinig geld en wilt natuurlijk niet zijn baan kwijtraken. Door meer dieren in een ruimte te zetten bespaart de boer geld. Hierdoor kiezen de meeste boeren toch voor de bio-industrie;
  • Te weinig ruimte. In Nederland is er te weinig ruimte om elke boer biologisch te laten produceren;
  • Werkgelegenheid. De bio-industrie zorgt voor meer werkgelegenheid in Nederland. Gaan alle boeren nu ineens voor biologisch produceren, dan zouden heel veel mensen hun baan kwijt raken;
  • Economisch belangrijk. De bio-industrie zorgt in Nederland voor een groot deel van het nationaal inkomen. Hierdoor zou de Nederlandse economie misschien wel inzakken als dit veranderd. [16]

Alternatieven

Er zijn ook andere mogelijkheden om toch onze dierlijke producten te verkrijgen. Zo kan er milder omgegaan worden met de dieren. Bij de biologische landbouw wordt er zoveel mogelijk rekening gehouden met dieren, milieu en de mensen. Het gaat hierbij vooral om het welzijn van de dieren. De dieren zijn namelijk iets vrijer, ze hebben meer ruimte om ond te kunnen scharrelen. Ze worden niet opgefokt met allerlei middelen. Er worden minder medicijnen toegepast en de dieren zijn een stuk gezonder. Het mengen van kleurstoffen met voedsel is verboden en er mogen geen verkeerde handelingen uitgevoerd worden met de dieren, bijv. Staarten knippen. – In de supermarket kan er gekeken worden naar het EKO-keurmerk die dit alternatief toepast op zijn goedgekeurde producten. Verder zijn er ook andere producten die biologisch goedgeeurd zijn, wat dus betekend dat de dieren een meer acceptabele leven hebben gehad, dan de vee-industrie. Een ander keurmerk is bijv; BeterLevenKeurmerk. Verder kan er altijd nog gebruikt gemaakt worden van vleesvervangers, in plaats van het consumeren van vlees uit de bio-industrie. [17]


Toekomst ontwikkeling

De milieu- en dieronvriendelijke productiemethoden krijgen steeds meer tegenstanders. Deze tak van de agrarische sector verliest de concurrentiestrijd met het buitenland, omdat duurzaam produceren meer gewaardeerd wordt. Het grootste deel van de Nederlandse vleesexport gaan naar Duitsland, daar staat duurzaam geproduceerd voedsel volop in de belangstelling. Met het produceren van duurzaam vlees is er voor Nederland veel winst te behalen, in landen zoals Duitsland is een hele markt te winnen. In de Tweede Kamer is het onderwerp bio-industrie veel aan de orde geweest. Tot op heden zonder wezenlijke veranderingen in het beleid. De overheid neemt geen verantwoordelijkheid en pakt de ongelijkheid tussen de bio-industrie en duurzame landbouw niet aan. Alleen met een strengere wetgeving op het gebied van milieu en dierenwelzijn zouden de levensomstandigheden van de dieren verbeterd kunnen worden. Vele maatschappelijke organisaties staan op in de strijd tegen de bio-industrie. Zij doen veel moeite om het welzijn van de dieren in deze sector te verbeteren. Het afschaffen van de bio-industrie lijkt nog ver weg. Met de groeiende maatschappelijke aandacht zal er in de toekomst gewerkt worden aan andere productiemethoden in plaats van de huidige bio-industrie! [18]

Bronnen

  1. http://www.ciwf.nl/vee-industrie geraadpleegd op 17-06-15
  2. https://nl.wikipedia.org/wiki/Bio-industrie#cite_note-FAO-2 geraadpleegd op 29-06-15
  3. http://www.ciwf.nl/vee-industrie/konijnen/ geraadpleegd op 17-10-15
  4. http://www.wakkerdier.nl/persberichten/bio-industrievlees-verkocht-als-wild geraadpleegd op 29-06-15
  5. http://www.ciwf.nl/vee-industrie/varkens/ geraadpleegd op 17-10-15
  6. http://www.dierenwelzijn-nederland.nl/varkensinnood/ geraadpleegd op 29-06-15
  7. http://www.ciwf.nl/vee-industrie/melkkoeien/ geraadpleegd op 17-10-15
  8. http://www.wakkerdier.nl/vee-industrie/melkkoeien geraadpleegd op 29-06-15
  9. http://www.ciwf.nl/vee-industrie/ geraadpleegd op 17-10-15
  10. http://www.milieucentraal.nl/voeding/vlees-vis-of-vega/eieren/ geraadpleegd op 29-06-15
  11. http://www.ciwf.nl/vee-industrie/vleeskuikens/ geraadpleegd op 17-10-15
  12. https://www.dierenbescherming.nl/wat-wij-doen/ons-werk/dierenbeleid-beinvloeden/vee-industrie geraadpleegd op 29-06-15
  13. http://www.knakdeworst.nl/stembewustop2maart/?p=5862 geraadpleegd op 29-06-15
  14. https://nl.wikipedia.org/wiki/Wakker_Dier geraadpleegd op 26-06-15
  15. http://www.wakkerdier.nl/bio-industri geraadpleegd op 26-06-15
  16. wwww.veeindustrie.nl op 29-06-15
  17. http://www.bio-industrie-op-school.nl/informatiepaginas/hetkanandersvlees/index.html geraadpleegd op 29-06-15
  18. https://milieudefensie.nl/publicaties/brochures-folders/beter-boeren-met-minder-beesten-een-duurzame-toekomst-voor-de-veehouderij geraadpleegd op 29-6-15