ANW Pages:Watersnoodramp 1953

Uit Educatieve Samenwerking
Versie door anw_>Systeembeheer op 9 okt 2022 om 11:27 (1 versie geïmporteerd)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


De watersnoodramp van 1953, we hebben er allemaal al wel eens van gehoord. Maar niemand heeft het zo meegemaakt zoals Merel, in 1953 nog een baby. In een mandje heeft ze het overleefd, maar jaren na de ramp heeft het nog steeds invloed op haar.

1 februari 1953

Lieve Merel,

Als je dit leest, heb je de tocht in het mandje overleefd. Gelukkig! Ik ben blij dat je veilig bent. Ik ben blij dat je een familie hebt gevonden die wel voor je kan zorgen. Ik snap het heel goed als je je verlaten en alleen voelt, maar dit was de enige manier om jouw leven veilig te stellen, mijn lieve kind. Je vraagt je waarschijnlijk af waarom wij, je vader en ik, jou dit aan hebben kunnen doen. Het zal hartverscheurend zijn voor ons om je weg te zien drijven. Ik hoop dat je ons op een dag zal kunnen vergeven en verder gaat met je dierbare leven.

Je vader is echt een geweldige man, de liefste die je je voor kan stellen. Hij kon nooit boos op je zijn als je weer eens wat ondeugends had gedaan. Je schattige kleine vrolijke gezichtje maakte hem altijd blij. Als hij thuiskwam van een lange dag werken en jij lag daar in mijn armen, begon je gelijk al te murmelen van plezier. Ik heb nog nooit iemand met zo veel liefde in de ogen naar iemand zien kijken. Hij was echt dol op je Merel. Hij was zo trots op je.

Nu zal je vader nog wat over mij vertellen, hij kan dat als geen ander.


Lieve Merel,

Je moeder is de beste vrouw die er is, de liefste moeder die er is. Ze houdt zielsveel van je, altijd gedaan en dat zal ze ook voor altijd doen. Tot in de eeuwigheid. Ik weet nog een keer dat ik je echt niet stil kon krijgen, je bleef maar huilen. Ik had echt geen idee wat ik met je aan moest. Dus gaf ik je aan je moeder en je was meteen stil. IK vroeg hoe ze dat deed, ze antwoordde: ‘Aardbeien en chocolade, werkt altijd.’ Ik had nooit verwacht dat ik op zo’n manier afscheid van je zou moeten nemen. Ik had verwacht dat je een man zou vinden en met hem samen zou gaan wonen. Dat je dan, als wij oud waren, voor ons zou gaan zorgen. We zouden het zo gezellig hebben. We zouden spelletjes spelen, mens erger je niet en koekhappen met de kleinkinderen. En jullie zouden de op één na mooiste kinderen krijgen. De mooiste ben jij namelijk. Je zou elke week bij ons langskomen. Oh wat zouden we gelukkig zijn met z’n allen. Maar dat is nu niet meer mogelijk. IK had verwacht dat jij vaarwel zou zeggen tegen ons, niet wij tegen jou. Je kan nog niet eens praten, er komen alleen hele schattige brabbeltjes uit. We zullen je niet zien opgroeien, niet zien hoe jouw kinderen groot worden. Niet zien hoe je toekomstige man er uit ziet. Niet zien hoe je het doet op school. Maar het is goed zo. Ik ben blij dat ik je heb gekend en weet hoe je eruit ziet.

Ik hou van je.


We zijn je een uitleg verschuldigd:

Het is vreselijk hier, alles staat onder water, we zitten nu op het dak. We kunnen niet weg, de hond van de buren is al verdronken toen hij weg probeerde te zwemmen. Het was zo zielig maar we konden niks voor hem doen. Het water komt steeds hoger en hoger, ik weet niet hoe lang we hier nog veilig zitten. Er begint ook steeds meer te kraken in het huis. Een paar minuten geleden dreef ons vogelvoederbadje voorbij. Er zat een vogeltje op, die vond het volgens mij wel leuk, al dat water. Ik zou best willen ruilen met die vogel, als ik nu vleugels had was ik allang weggevlogen en waren we nu allemaal veilig. Ik ben bang dat we je niet lang meer bij ons kunnen houden. We moeten jou een kans op overleven geven en dat gaat niet hier. Alles ligt klaar. Jij ligt in je mandje, goed ingepakt. Alleen dit boekje moet er nog bij. Maar ik wil je eerst nog vertellen hoe en waarom. 31 januari was er springvloed. Wij vreesden al dat het helemaal fout zou gaan. Op de nacht van 31 januari op 1 februari begon het ook nog eens heel hard te stormen, zo hard dat de dijken doorbraken in Zeeland, West-Brabant en op de Zuid-Hollandse eilanden. Wij hebben nog geprobeerd te vluchten, maar het was al te laat. De wegen waren al ondergelopen. Dus nu zitten we op het dak, net als de buren en de buren van de buren. Eigenlijk overal waar je kijkt zie je mensen op het dak zitten. Er is echt geen andere mogelijkheid, we moeten je in veiligheid brengen. Ik hoop dat je ons ooit zal kunnen vergeven.

Nu is het tijd om je te laten gaan. We houden van je.

Papa & Mama

16 mei 1968

Lieve papa & mama,


Ik weet dat jullie niet meer leven, maar ik schrijf toch naar jullie. Ik weet gewoon niet aan wie ik mijn geheimen anders kan vertellen. Ik zat beneden, met Monique aan de keukentafel, toen ze dit boekje tevoorschijn haalde. Ze zei dat de hulpverleners dit bij mijn mandje hadden gevonden en vonden dat het echt bij mij moest blijven. Maar Monique vond me eerst nog te jong om over jullie te lezen, maar nu ben ik gisteren 16 geworden en ben ik eindelijk oud genoeg. Ik wist al wel dat Monique niet mijn echte moeder was, maar ik wist niet dat er zoiets ergs met jullie is gebeurd. Ik zal dit dagboek gebruiken om belangrijke dingen uit mijn leven te vertellen aan jullie.

Voor m’n verjaardag heb ik dus dit boekje gekregen, maar dat was niet alles. Van Monique en Charles heb ik ook nog een fiets gekregen. Mijn vriendinnen hebben ook een verrassingsfeestje gegeven. Van Lisa, mijn beste vriendin, heb ik een ketting gekregen. Een heel mooi hartje waar je iets in kan doen.Lisa heeft een lief briefje geschreven en die erin gedaan. Lisa is echt mijn beste vriendin, zij had ook alles geregeld voor mijn verrassingsfeestje. Het was echt vet gezellig, ik had echt helemaal niks door. Ik ben ook zo naïef, ik weet nog dat tante Eva een keer een cadeau voor mij heeft gekocht toen ik er gewoon bij stond. Ik was dan wel nog maar zeven jaar, maar het was wel een beetje dom. Ze zei ook gewoon letterlijk: Ja, dat is voor mijn nichtje, die is bijna jarig. En ik denk er dan ook gewoon niet over na dat ik het enige nichtje ben van tante Eva.

Maar nu ga ik weer verder over mijn verrassingsfeestje en geen beschamende dingen meer vertellen over mezelf. Ik kwam dus thuis van de winkel want Monique had mij gestuurd omdat ze zei dat ze nog eieren nodig had. Nou die bleek ze dus helemaal niet nodig te hebben, het was gewoon een excuus zodat ik er even niet was en Lisa alles kon regelen. Ik schrok echt heel erg toen ik binnen kwam en iedereen heel hard “verrassing!” riep. Ik heb volgens mij nog nooit zo hard gegild. Lisa had zelf een taart voor mij gemaakt, met aardbeien en chocolade. De taart was echt heel goed gelukt, hij was zó lekker. Ik houd écht van aardbeien en chocolade.

Nu ga ik nog even naar Lisa.

Ik hou van jullie

xxx

23 juli 1968

Lieve papa & mama,

We zijn gisteren met zijn vieren vertrokken naar Zeeland voor een paar dagen. Monique, Charles, Lisa en ik. Ik wist niet wat ik ervan moest vinden. Om negen uur ‘s ochtends vertrokken we met de fiets richting Zeeland. Ik kon nu wel eindelijk fietsen op mijn nieuwe fiets! Het was hartstikke gezellig. Eenmaal aangekomen in Zeeland waren we allemaal heel erg moe. Uiteindelijk hebben we de tent opgezet. Die tent opzetten was nog een heel gedoe. Monique en Charles hadden hun tent in een ogenblik opgezet. Voor Lisa en mij was het wat moeilijker. Niet per se omdat een tent opzetten zo moeilijk is, maar omdat je niet zo veel kan doen wanneer je steeds dubbel ligt van het lachen. Uiteindelijk hebben Monique en Charles onze tent maar opgezet. daarna waren we zo moe van het fietsen dat we maar zijn gaan slapen.

We stonden vandaag vroeg op om ons voor te bereiden op deze lange dag. Na het vertrek bereikten we al snel het museum. Toen ging het mis. Ik had het kunnen voorspellen toen de bordjes aangaven dat we richting het monument liepen. Maar ik had gewoon geen idee dat ik zo erg kon instorten bij het zien van jullie namen, met mijn achternaam. Het verdriet dat ik voelde toen jullie namen verschenen was onbeschrijfelijk. Ik heb jullie nooit gekend, maar ik wist zeker dat ik jullie gezichten op dat moment zag. In totaal stonden er 1835 namen op het monument. Dat is al heel erg, maar het feit dat twee van die namen op het monument van jullie zijn, maakte het nog veel erger.

Gelukkig steunde iedereen me. Het was me anders veel te veel geweest. Nadat ik een beetje tot rust was gekomen, vroeg Monique of ik misschien niet terug naar de tent wilde. Maar ik wilde nog graag naar de deltawerken. Charles legde mij uit dat dat een soort project van de overheid was waarbij er dijken aan de kust van Zeeland worden gebouwd. Hierdoor zou Zeeland in de toekomst niet meer overstromen. Vanaf het moment dat we bij de deltawerken waren kreeg ik een soort onderbuikgevoel. Ik dacht voor een moment aan hoe het zou zijn als zij hier eerder aan waren begonnen. Vóór de overstroming. Ik dacht aan hoe ik dan een gezin kon zijn met mijn eigen, echte ouders. Misschien was ik dan wel heel gelukkig. Niet dat ik nu niet gelukkig ben, maar het voelt altijd toch een beetje raar. Ik negeerde die gedachte meteen, want als ik samen met mijn ouders had geleefd, zou ik Monique, Charles en Lisa nooit zijn tegengekomen, nooit hebben gekend. Hoe nieuwsgierig ik ook ben naar jullie, ik vind de vriendschappen die ik heb met mijn vrienden en buren en andere mensen om me heen veel belangrijker. Dit was niet de enige gedachte die ik had bij het zien van de deltawerken. Ik besefte me hoeveel dit project betekent voor de mensen die nu in Zeeland wonen. Ik besefte me hoeveel levens er gered en gespaard kunnen worden. Stiekem, van binnen, wilde ik zelf ook wel deel uit maken van dit project.

Deze foto heb ik trouwens gevonden in een krant.

Oosterscheldedam



Nu moet ik echt gaan slapen, morgen fietsen we weer terug naar huis.

Ik hou van jullie

xxx

3 augustus 1968

Lieve papa & mama,

Mag ik van jullie stoppen met de huishoudschool? Het is echt niet om uit te houden, zo saai. Ik wil geen huisvrouw worden. Ik wil niet strijken, wassen, koken en schoonmaken. Ik wil bouwen. Ik wil ook iets doen, iets zinvols, iets belangrijks, ik wil helpen. Helpen aan het bouwen van de deltawerken. Ik wil gewoon dat er nooit meer zoiets ergs gebeurd als toen. Ik wil niet dat er nog meer kinderen hun ouders verliezen. Ik wil niet dat hele gezinnen verdwijnen. Ik wil niet dat huisdieren verdrinken. Ik wil niet dat mensen geen plek meer hebben om te wonen, dat ze geen thuis meer hebben. Ik wil niet dat kinderen hun ouders niet kennen. Ik wil niet dat er water is. Ik wil niet dat er storm is. Ik wil niet dat het overstroomt. Ik wil niet dat mensen hun vrienden dood gaan. Ik wil niet dat het mensen levenslang beïnvloed. Ik wil niet dat mensen alles verliezen en niks meer hebben. Ik wil het niet, het mag niet!

Dus ik wil gaan helpen met het bouwen van het Deltaplan. Voor mij, voor jullie, zijn ze al te laat, maar dat betekent niet dat andere mensen zoiets mee mogen maken. Het lijkt me echt heel gaaf. Ze zijn natuurlijk al wel begonnen met alles bouwen,. Het Deltaplan was al bedacht het jaar na de overstroming. Het meeste is al af, gelukkig. De Haringvlietsluizen bijvoorbeeld. Ze zijn 60 meter breed! Ook de dijken zijn al af! Deze zijn 40 meter hoog geworden! Maar echt, de deltawerken is zo’n groot project! Het moet de kans op overstromingen terugbrengen van 1 keer per 80 jaar naar 1 keer per 4000 jaar! Het beton hoeft maar 1 keer in de 200(!) jaar vervangen te worden.


Nu moet ik wel gaan, we gaan eten. Als toetje hebben we aardbeien, joepie.

Ik hou van jullie

xxx

15 september 1968

Lieve papa & mama,

Ik mis jullie. Eigenlijk is dat best raar, maar het is wel zo. Ik mis denk ik gewoon het idee van echte ouders, ik heb Monique en Charles wel, maar ze voelen toch niet echt als ouders. Ze zijn meer een soort oom en tante. Het voelt alsof ik de hele tijd aan het logeren ben en dat ik over een tijdje weer terug naar huis mag, naar mijn thuis, naar m’n echte papa en mama, naar jullie. Ik denk er wel eens aan hoe het geweest zou zijn als jullie nog hadden geleefd. Dan had ik nu in Zeeland gewoond. Echt een raar idee is dat, dan zou ik altijd op het strand zijn denk ik. Ik houd echt van het strand, het is zo mooi en rustgevend. Misschien had ik dan nog wel een broertje of zusje gehad, dat zou ik best graag willen; een grote zus zijn. Ik denk dat ik dan het liefst een broertje gehad zou willen hebben, gewoon omdat ik dan ook in bomen kon klimmen en door het zand kon rollen en vies kon worden, zonder dat mensen me raar aan kijken. Dan zouden ze alleen maar denken: ach wat lief, dat zijn grote zus zo leuk mee speelt. Terwijl ik het zelf denk ik het allerleukste zou vinden. En dan als hij jarig is zou ik een hele grote taart voor hem maken, één met aardbeien én chocolade, want je kan geen familie zijn van mij als je niet van aardbeien met chocolade houdt. En en en. Dan zou ik een verrassingsfeestje geven, net zoals Lisa voor mij gedaan had, met al zijn vriendjes en vriendinnetjes. En ik zou hem ‘s avonds verhaaltjes voorlezen. Zelfs als hij eigenlijk al te oud is, maar hij vindt het nog steeds leuk, omdat ik zo leuk kan vertellen. Dan zou ik hem stiekem vertellen over zichzelf.

Een verhaal over een prins, die heel lief was voor zijn volk en voor zijn familie. Hij zou dan wonen in een mooi paleis met een heeeele grote aardbeien tuin en chocolade in overvloed. De prins hield heel erg van kussengevechten, vooral met zijn grote zus. Soms deden ze zelfs een kussengevecht tot 3 uur ‘s nachts en dan moesten ze heel stil lachen want anders werden hun ouders, de koning en koningin, boos en zouden ze nooit meer samen een kussengevecht mogen doen. Lachen, dat is ook iets waar de prins heel erg van hield. Dat deed hij het liefst met zijn zus of met zijn hond. Zijn hond kon stiekem praten, alleen niemand mocht het weten. Dan zou ik vertellen over het dagelijks leven van de prins en hoe gelukkig hij was. Want gelukkig was zeker.


Nu moet ik naar school,

Ik hou van jullie

xxx