ANW Pages:Migratie 2: verschil tussen versies

Uit Educatieve Samenwerking
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
anw_>Systeembeheer
k (1 versie geïmporteerd)
 
k (1 versie geïmporteerd)
 
(geen verschil)

Huidige versie van 25 jun 2023 om 12:31

Een migrant is iemand die zijn land verlaat en zich vestigd over de grens. Die grens kan een gemeentegrens zijn, een landsgrens of de grens tussen twee regio’s, bijvoorbeeld de Europese Unie en Noord-Afrika. Alleen als er een landsgrens wordt overgestoken, is er sprake van transnationale migratie. Er wordt onderscheid gemaakt in migratie: Kennismigratie, seizoensmigratie, tijdelijke migratie, politieke vluchtelingen en gezinsvormers.

Geschiedenis

Nederland heeft lange tijd kolonies gehad in Nederlands-Indië, Suriname en de Antillen. De inwoners van de kolonies waren Nederlanders en werden daarom rijksgenoten genoemd. In het verleden mochten rijksgenoten in Nederland studeren of een langere tijd wonen en werken. Gastvrij was Nederland niet voor rijksgenoten. Rijksgenoten moesten hoge cijfers gehaald hebben voor een beurs in Nederland.

Indië

In 1949 maakte Indië zich los van Nederland en wordt het onafhankelijke Indonesië zoals we dat nu kennen. Veel Nederlandse Indonesiërs emigreerden naar Nederland. Ze dachten een betere toekomst te hebben in Nederland dan in Indonesië. In 1951 kwamen 12.000 Molukkers naar Nederland. Zij hadden in het KNIL gevochten tegen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders. De Indonesische bevolking wilde hun zin krijgen en de Nederlandse regering werd gedwongen hen naar Nederland over te brengen.

Suriname

Na de onafhankelijkheid in 1975 kregen Surinamers de keuze tussen de Surinaamse en de Nederlandse nationaliteit. Velen kozen voor de Nederlandse, omdat de toekomst van Suriname te onzeker was door de staatsgreep van Bouterse. Er wonen nu bijna net zoveel mensen met een Surinaamse achtergrond in Nederland, als in Suriname zelf. Ongeveer 345.000. De Surinaamse bevolking heeft een heterogene samenstelling:

  • De Creolen zijn donker gekleurd en stammen af van voormalige slaven
  • De Hindoestanen zijn van Indiase afkomst en Javaanse Surinamers.

Beide groepen stammen af van contractarbeiders die op de Nederlandse plantages werkten. Alleen hun cultuur verschilt sterk van elkaar.

Antillen

In de jaren '60 daalde werkgelegenheid op de Antillen, waardoor veel Antillianen werkloos werden. In Nederland was juist toen grote behoefte aan arbeidskrachten en Antillianen konden zich zonder problemen in Nederland vestigen. Toen onze economie in de jaren '70 minder werd, keerden veel immigranten terug. Door een groeiende toestroom van kansarme jongeren stelt Nederland sinds 2000 grenzen aan de immigratie van Antillianen. Om te worden toegelaten moeten zij nu een visum hebben.

Nederlandse nationaliteit

Nederlandse nationaliteit krijg je als je Nederlandse ouders hebt of als je Nederlandse vader je heeft erkent. Mensen die niet uit Nederland komen die een verblijfsvergunning hebben gekregen, kunnen de Nederlandse nationaliteit aanvragen. Als je de Nederlandse nationaliteit hebt wordt je opgenomen in de Basisregistratie personen als Nederlander. Je mag dan stemmen voor het parlement en reizen naar bepaalde landen. Je kan ook een Nederlands identiteitsbewijs aanvragen. Vanaf je 14e verplicht om altijd een geldig identiteitsbewijs bij je te hebben. Zodra je Nederlander word, moet je afstand doen van je huidige nationaliteit. Mocht je dat niet doen, dan kan de Immigratie- en Naturalisatiedienst je Nederlandse nationaliteit weer intrekken. Als je minderjarige kinderen hebt, worden zij ook Nederlander.

Soorten migranten

Een migrant is iemand die migreert: het land verlaat. We kennen de volgende migranten:

Emigrant: iemand die het land verlaat.

Immigrant: iemand die van buiten in het land komt.

Remigrant: een terugkerende immigrant.

Transmigrant: iemand die tijdelijk in het land woont.

Transmitmigrant: iemand die in een transitland verblijft (land van herkomst → transitland → land van aankomst).

Soorten migratie

Er zijn verschillende redenen waarom mensen emigreren:

Kennismigratie': als iemand in een land mag werken vanwege zijn of haar wetenschappelijke kennis.

Seizoensmigratie: als iemand wisselt van werk- en woonplek afhankelijk van het seizoen.

Tijdelijke migratie: wanneer iemand ergens maar voor een relatief korte periode gaat wonen en dat van tevoren al weet.

Politieke vluchtelingen': als iemand migreert omdat hij of zij het niet eens in met de politiek van het land van herkomst.

Gezinsvormers: wanneer mensen migreren om (weer) bij hun familie te kunnen zijn.

Emigratie nu

Vroeger emigreerden mensen vooral naar Nederland voor de werkmogelijkheden en om zo een betere toekomst te krijgen. Maar sinds de laatste jaren zie je een duidelijk verschil met de redenen waarom mensen hierheen komen. Er zijn namelijk mensen die uit nieuwe, minder welvarende lidstaten van de Europese Unie komen. (Polen, Bulgaren, Roemenen) Ze proberen hier geld te verdienen. Ook komen er hoogopgeleide mensen. (Duitsland, VS, Japen enz.) Zij willen hier werken en kennis overbrengen. En er zijn mensen uit arme gebieden buiten de Europese Unie die hier officieel niet mogen verblijven hebben, de illegalen.

Redenen vertrek

Immigranten komen vanuit het buitenland in Nederland wonen. Bijvoorbeeld voor werk of gezinshereniging. De Nederlandse overheid wil niet dat iedereen zich zomaar hier kan vestigen. Immigranten hebben een verblijfsvergunning nodig. Zij krijgen die onder bepaalde voorwaarden. Vreemdelingen die voor gezinshereniging komen, moeten bijvoorbeeld een Nederlandse partner met voldoende inkomsten hebben. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) beoordeelt de aan vragen voor verblijfsvergunningen. Mensen die in andere landen wonen, emigreren naar Nederland voor verschillende redenen, de één wilt hier naartoe komen voor de werkmogelijkheden. Maar een ander weer voor gezinshereniging. Er zijn ook veel gevallen van mensen die naar Nederland vluchten omdat het in hun land te gevaarlijk voor hun was om te blijven. Deze redenen moeten door de De Immigratie- en Naturalisatiedienst moeten worden goedgekeurd:

Gezinshereniging

Mensen die legaal in Nederland verblijven en hun gezinsleden laten overkomen. Lange tijd waren dat vooral gezinnen van buitenlandse werknemers, nu zijn het vooral de gezinnen van erkende vluchtelingen.

  • Minimaal 21 jaar oud
  • Huwelijk geldig in Nederland
  • Kinderen bij aanvraag jonger dan 18

Gezinsvorming

Een Nederlander of iemand met een verblijfsvergunning die met een buitenlander trouwt en hier een gezin sticht.

  • Minimaal 21 jaar oud
  • Basisexamen inburgering afleggen
  • Minimumloon als inkomenseis

Vluchten

Vluchtelingen zijn mensen die hun land onder druk verlaten. Mensen krijgen de status van vluchteling als zij vervolgd worden vanwege hun:

  • Geloof
  • Politieke overtuigen
  • Seksuele geaardheid
  • Vluchten vanwege oorlogsgeweld.

Sommige vluchtelingen vluchten naar het Westen en vragen asiel (toevluchtsoord). Ze hopen dan eigenlijk dat ze zich blijvend kunnen vestigen.

Vastzittende aspecten

Bij migratie komt meer kijken dan alleen het veranderen van land of streek. Zodra je naar een ander gebied verhuist, zullen grote veranderingen je tegemoetkomen. Er is een grote kans dat mensen er een andere religie hebben, dat levert grote cultuurverschillen op. Ook heeft het voor jou nieuwe land waarschijnlijk andere tradities en gebruiken. Denk aan andere feestdagen en de manier waarop deze gevierd worden. Er zijn andere normen en waarden. In sommige landen is kinderarbeid bijvoorbeeld gebruikelijk en hebben vrouwen andere rechten dan mannen. Het kan zijn dat je migreert, omdat je in een ander land meer mogelijkheden hebt. Veel buitenlanders komen om die reden naar Nederland, maar het kan ook omgekeerd. Denk maar aan een succesvolle zakenman die voor de olie naar Koeweit gaat.

Remigratie

Wie niet tot Nederland wordt toegelaten of wie geen recht meer heeft op verblijf, is illegaal en moet Nederland verlaten.

Terugkeerbeleid

Als je terug moet keren word je als vreemdeling begeleidt door bij de Dienst Terugkeer & Vertrek (IND). Ze houden dan bijvoorbeeld terugkeergesprekken met de vreemdeling. In die gesprekken bespreken ze met de vreemdeling de mogelijkheden tot terugkeer. à Zelfstandige terugkeer

Terugkeerbesluit en inreisverbod

Vreemdelingen die niet in Nederland mogen blijven, krijgen een terugkeerbesluit van de IND. Dat is een papier waarop staat binnen welke termijn de vreemdeling Nederland moet hebben verlaten. Dat kan onmiddellijk zijn en dus 0 dagen, of 28 dagen als de eerste asielaanvraag is afgewezen. Als je je niet aan het termijn houdt kan je een inreisverbod krijgen. Dat betekend dat je niet meer Nederland en andere Europese landen niet mag inreizen of er mag verblijven voor de duur van het inreisverbod.

Hulp bij terugkeer (stimuleren)

Vreemdelingen kunnen hulp krijgen bij hun terugkeer, die hulp krijgen ze van de Internationale Organisatie voor Migratie. Zij helpen dan bijv. bij: - Het regelen van reispapieren of een vliegticket. Of hulp op Schiphol of in het land van herkomst. - Geld of goederen om, na hun terugkeer in eigen land, een eigen bedrijf op te zetten. Hiermee krijgen zij hulp om in hun land van herkomst een bestaan op te bouwen. Als een vreemdeling Nederland niet zelfstandig verlaat, is gedwongen vertrek aan de orde.

Gedwongen terugkeer

Als een vreemdeling Nederland niet zelfstandig verlaat, kan de overheid hem hiertoe dwingen. Dit heet gedwongen terugkeer. De overheid neemt dan het voortouw om een vreemdeling uit te zetten.

Asielbeleid in Nederland

Asielzoekers kunnen in Nederland asiel krijgen als zij bescherming nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat ze in hun eigen land vervolgd worden op grond van hun ras, godsdienst, nationaliteit of politieke overtuiging of omdat ze behoren tot een bepaalde sociale groep, of als ze bij terugkeer gemarteld dreigen te worden. De Immigratie- en Naturalisatiedienst beoordeeld of een asielzoeker inderdaad bescherming nodig heeft. Vreemdelingen die een asielvergunning hebben gekregen, krijgen hulp van de gemeente om woonruimte te vinden. Vreemdelingen van 12 jaar of ouder die in Nederland verblijven, hebben een vreemdelingendocument nodig. Dat document geeft aan dat zij langer dan 3 maanden in Nederland verblijven. Als asielzoeker mag je 24 weken per jaar in Nederland werken. De werkgever moet eerst voor de asielzoeker een tewerkstellingsvergunning aanvragen bij Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

Discriminatie

Migratie kan minder succesvol zijn als er sprake is van discriminatie. Discriminatie is het ongelijk behandelen, achterstellen of uitsluiten van mensen op basis van (persoonlijke) kenmerken. Er kan bijvoorbeeld onderscheid worden gemaakt op afkomst, sekse, huidskleur, seksuele voorkeur, leeftijd, religie, handicap of chronische ziekte. Niet alles is discriminatie. Er zijn situaties waarin het niet verboden is om onderscheid te maken tussen mensen. Iemand weigeren voor de functie van receptionist, omdat hij of zij de taal niet goed genoeg beheerst, is geen discriminatie. Het goed beheersen van de taal is namelijk noodzakelijk om de functie goed te kunnen uitvoeren. Iemand weigeren voor die functie, omdat hij of zij een donkere huidskleur heeft, is wel discriminatie. Discriminatie is niet het maken van onderscheid, maar van verboden onderscheid. Er zijn twee vormen van onderscheid:

  • Direct onderscheid: als iemand vanwege persoonlijke kenmerken of eigenschappen anders wordt behandeld. Dit is altijd verboden, tenzij de wet een uitzondering maakt.
  • Indirect onderscheid: als een neutrale bepaling, regel of handelswijze specifieke gevolgen heeft voor een groep mensen met een van de in de gelijkebehandelingswetgeving genoemde kenmerken of eigenschappen. Dit is in beginsel verboden, tenzij er een objectieve rechtvaardiging voor is. Dit is bijvoorbeeld het geval indien een persoon van niet-Nederlandse afkomst de Nederlandse taal niet goed beheerst en wordt afgewezen omdat een goede beheersing van de taal noodzakelijk is om de functie van receptionist goed te kunnen vervullen.

In de praktijk bestaat er zowel bewuste als onbewuste discriminatie. Soms wordt het argument gebruikt dat het niet de bedoeling was om te discrimineren. Daarom zou dan geen sprake zijn van discriminatie. In de wet wordt echter geen uitzondering gemaakt voor onbewuste discriminatie. Sterker nog, de intentie doet er niet toe. Niemand wil gediscrimineerd worden en niemand wil van discriminatie beschuldigd worden. Dat maakt discriminatie een ingewikkeld en beladen begrip. Bovendien geven mensen verschillende betekenissen aan het begrip discriminatie en beoordeelt men situaties en opmerkingen verschillend. Wat de één als een grap bedoelt, kan voor een ander zeer kwetsend zijn. Door deze verschillende opvattingen over disctiminatie is het moeilijk discriminatie te herkennen en bespreekbaar te maken.

Bronnen